Home

De artikelen in de Volkskrant

Screen Shot 2015-09-27 at 15.32.15‘Laat competente mensen filmplannen beoordelen’

Tijdens het Nederlands Film Festival wordt een wiskundig model gepresenteerd waarmee het Filmfonds subsidie beter kan verdelen. Hoognodig, zegt regisseur Paul Verhoeven: ‘Ik word behandeld als een kind.’

Zes van de dertien zijn inmiddels overleden: de vitale 100-plussers die documentairemaakster Heddy Honigmann zo graag wil portretteren. Haar documentaireplan 100up ligt stil, sinds het een negatieve beoordeling kreeg van het Filmfonds. ‘Het is zó raar’, zegt de veelbekroonde 63-jarige filmmaakster (o.a. Crazy, O amor natural), die met haar vorige film nog documentairefestival IDFA opende.

In de negatieve beschikking van het fonds heet haar plan ‘in potentie een mooie film’, maar wordt Honigmann verzocht een beter plan te schrijven, waarin ze die ‘potentie ook daadwerkelijk uitwerkt’. Dat kan niet, meent Honigmann. ‘Wat kun je nog meer van me vragen dan die potentie?’

Dat de filmmaakster vooraf geen definitieve personages heeft gekozen voor haar film is een van de problemen, schrijft het Filmfonds. ‘Het is angst. Ze willen dat ik lieg, dat ik vooraf al zeg wat ze geruststelt: die en die zijn mijn hoofdpersonages, maar dat kán niet bij zo’n documentaire. Lariekoek is het. Zoals ik ook de structuur niet van tevoren vastleg. Ik werk al dertig jaar op deze wijze.’

Beoordelingcommissies

Die mensen die je plan moeten beoordelen zijn niet competent, vind ik. Er zitten geen Mike van Diems, Martin Koolhovens, Kim van Kootens of Alex van Warmerdams tussen

Paul Verhoeven
Honigmann weigert haar plan te herschrijven en schreef een brandbrief aan de directeur van het Filmfonds. Via crowdfunding heeft ze wel al wat geld opgehaald, waarvoor ze in New York een stand up comedian en 100-plusser filmde. Maar nu is het geld op.

Na jarenlang te hebben gewerkt met beoordelingcommissies, is het Filmfonds begin 2013 overgestapt op het zogenaamde Scandinavische model, waarbij ‘consulenten’ filmplannen beoordelen. Mensen met ‘gedegen ervaring in de filmsector’, aldus het fonds, dat een klanttevredenheid onderzoek uitvoerde: driekwart van de filmmakers vindt het huidige model een verbetering.

Toch is er kritiek. Net als Honigmann voelt ook Paul Verhoeven (77) zich geremd door de consulent die zich ontfermde over het met zijn vaste scenarist Gerard Soeteman ingediende plan voor een moderne bewerking van Bel ami, de roman van Guy de Maupassant. De filmer, die momenteel de laatste hand legt aan zijn eerste Franse film Elle, met Isabelle Huppert, is vol lof over de wijze waarop het Franse fonds hem ontving. ‘Dat waren scenaristen en collega-regisseurs, mensen die zelf ook wel eens iets hebben gemaakt en gerichte vragen stelden.’

Heel anders dan in Nederland, vindt Verhoeven. ‘Die mensen die je plan moeten beoordelen zijn niet competent, vind ik. Er zitten geen Mike van Diems, Martin Koolhovens, Kim van Kootens of Alex van Warmerdams tussen. Hoe moeten die consulenten iets beoordelen wat ik zélf vooraf slechts met grote moeite kan inschatten? Dan vragen ze je alles braaf in te vullen. Flauwekul is het, zelfs áls je script perfect is wil dat nog niet zeggen dat een film goed wordt. En er zit al helemaal niemand bij het fonds die iets zinnigs kan zeggen over hoe je visueel vertelt.’

Portemonnee is krap

In Frankrijk voel ik veel meer respect voor filmmakers

Er zijn meer Nederlandse filmers die klagen over de grote hoeveelheid papierwerk die het fonds tegenwoordig nodig acht ter onderbouwing van subsidieaanvragen. Verhoeven: ‘Er is geen respect voor wat je gedaan hebt. Ik word behandeld als een soort kind. Dan geeft zo iemand van het fonds een zo badinerende en banale samenvatting van je film, dat je die bijna niet herkent. Dat de hoofdpersoon van vrouwen houdt en dat er, elke keer als het niet goed met hem gaat, een vrouw opduikt. Dat was te weinig voor een film van tweeënhalf uur. Ja, zo kán je de film samenvatten, dan wordt zo’n beoordeling een soort polemiek, met een mogelijk feministisch standpunt van het fonds. Maar ik lever toch niet zomaar iets in?’

De directeur van het Filmfonds, Doreen Boonekamp, stelt dat de staat van dienst van filmers als Honigmann en Verhoeven wel degelijk zwaar meeweegt bij de beoordeling. ‘Maar de portemonnee is krap – zeker in vergelijking met landen als Frankrijk – en het aantal aanvragen groeit. Er zijn beperkte middelen, dus dan let je bij ingediende plannen ook op zekerheden. Als je kijkt naar het aantal selecties voor festivals en het groeiende marktaandeel van de Nederlandse film, kun je zeggen dat onze manier van ondersteunen vruchten afwerpt.’

Verhoeven benadrukt dat hij zeker niet enkel negatieve ervaringen heeft met het fonds: ‘Met Zwartboek hebben ze me echt geholpen.’ Hij pleit voor meer ter zake kundige commissies of consulenten. ‘In Frankrijk voel ik veel meer respect voor filmmakers.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s