Door: Bor Beekman 23 september 2015, 02:00
De filmwereld zit vol charlatans met theorieën voor succes, maar die nooit blijken te werken. Waarom werkt dit wiskundig model wel?
Paul Verhoeven is enthousiast over de verdeelsleutel. Lees hier waarom.
‘Omdat ons model een filmplan niet inhoudelijk toetst, maar slechts kijkt naar de staat van dienst van de makers. Het is puur kansberekening. Als iemand een ‘x’ aantal films heeft gemaakt die meer dan 100 duizend bezoekers trokken of meerdere prijzen wonnen, hoe groot is dan de kans op herhaald succes bij een volgend project? Dat kun je in hoge mate voorspellen, zo bleek toen we de Nederlandse filmproductie van 2010 toetsten aan ons rekenmodel. Het werkt.’
Het model bestaat uit gecompliceerde formules. Valt het te begrijpen voor een leek?
‘Niet geheel, denk ik. Maar Paul Verhoeven studeerde wiskunde en heeft ernaar gekeken met een van de betrokken wetenschappers. Hij had van tevoren zijn twijfels, maar was aangenaam verrast. Hij meent dat het rekenmodel kan worden gebruikt als aanvullend instrument bij de beoordeling van filmplannen. Dus door het Filmfonds.’
Een deel van de formule wordt ook gebruikt voor het voorspellen van noodweer.
‘Ja. Het is een kansberekening, dus ook toepasbaar voor andere zaken.’
Wat is er mis aan het huidige systeem waarop filmplannen in Nederland worden beoordeeld?
‘Dat gebeurt voor een goed deel op basis van het scenario, en wat de mensen van het Filmfonds daarvan vinden. Maar succes voorspellen op basis van een scenario, dat is nog nooit iemand gelukt.’
U toetste uw model op de Nederlandse filmproductie van 2010. Loft en De gelukkige huisvrouw deden het in de bioscopen veel beter dan uw model voorspelde. Was de carrière van regisseur Antoinette Beumer wel van de grond gekomen met uw model?
‘Voor beginners bestaan allerlei regelingen bij het fonds. Die kun je niet door dit model halen. Het werkt pas als je een film of drie hebt gemaakt.’
Uit uw formule rolt een rapportcijfer. Wat als tien filmers een vijfje scoren? Wie mag aan de slag?
‘Ongeveer de helft van de regisseurs scoort onder de vijf. De groep die echt hoog scoort is niet zo groot. Die zou je gewoon zonder al te veel bemoeienis aan het werk moeten houden. Voor anderen, die misschien lager scoren maar wel belangrijk worden geacht, kun je dan een uitzondering maken.’